Je naam wordt genoemd;
je bent er bij.
Geschrokken keek ik op. Hoorde ik het goed? In het rijtje namen van de kinderen klonk ineens een onbekende naam. Was er dan nog iemand?
Het was tijdens de afscheidsbijeenkomst van een moeder. De oudste dochter had het woord en haalde herinneringen op. En ineens vertelde ze over een meisje dat er ook was geweest. Haar zusje. Moeder had nog een dochter. Ze leefde slechts enkele dagen. Woorden om over haar te spreken waren er nauwelijks. Het gemis daarentegen was er altijd. Staande naast haar overleden moeder, sprak de oudste dochter met liefdevolle, zachte stem de naam van haar zusje uit.
En ineens was ze daar. Ik schrok ervan. Ik kende haar niet. Ik vraag in het familiegesprek altijd wie, wie is. Of het gezin compleet is? Of de namen die op de kaart staan alle namen zijn. Of er iemand kwijtgeraakt is aan het leven of de dood? Of er een naam is die niet genoemd wordt, maar wel in ieders hoofd of hart klinkt? En haar naam was niet genoemd.
Maar blijkbaar had de vraag iets in gang gezet. Vier dagen geleden was het nog niet de tijd om haar naam te noemen. Maar nu in de afscheidsbijeenkomst was ze er wèl.
Ik herken dat wel. Het is moeilijk om de naam te noemen van een kind dat je mist. En toch doet het je goed als die naam klinkt. Want het noemen van de naam, bevestigt het bestaan. Je was er. Voor mij ben je er nog altijd.
Ik ben blij dat er tegenwoordig openheid is voor het verlies van een kind bij een miskraam, een overlijden tijdens de zwangerschap of net na de geboorte. Toen de verwachting van ons eerste kind uitliep op een vroege miskraam, gaven we postuum een naam: Yeled. Het is Hebreeuws voor ‘kind’. Deze naam deed recht aan ons gevoel. Dit leven was, hoe pril dan ook, ons kind. Het noemen van Yeleds naam is voor ons betekenisvol. Het bevestigt Yeleds bestaan.
Hier werd het bestaan van een meisje bevestigd. Het verlies dat moeilijk bespreekbaar was, kwam nu ter sprake. Eenmaal van de schrik bekomen kon ik ontroerd genieten.
Onlangs kwam ik haar naam weer tegen. Lopend over de begraafplaats zag ik de grafsteen van moeder. Onderaan de steen heeft de familie ook haar naam laten plaatsen. Daar staat ze. In memoriam.
Ineens was daar je naam. Althans voor mij. Voor de anderen ben je er altijd al geweest. Welkom.
Arie de Winter.